Joon rent naar de ingang. Maar hij is te laat. De deur is toe en bibliothecaris Wally is nergens meer te bespeuren. Wat nu?
Zijn papa zal boos zijn. Of ongerust. Joon is altijd zo stipt, maar vandaag zal hij niet op tijd zijn. Wally wist toch dat hij er zat?
Joon stapt door de bibliotheek, kijkt tussen alle rekken. Misschien is er nog iemand anders? Iemand die hem buiten kan laten? Maar hij hoort enkel zijn eigen voetstappen.
'Wally?'
Zijn gefluister klinkt akelig in de lege, donkere bibliotheek. Aan het rek met de informatieve boeken blijft hij staan.
Dit is vreemd. Heel vreemd.
Twee boekenrekken zijn uit elkaar geschoven. Dat was toch niet zo? Joon schudt zijn hoofd, nee, dat was echt niet zo. Heeft Wally ze uit elkaar gezet? Er is een gat tevoorschijn gekomen dat hij nog nooit heeft gezien. Maar dat was waarschijnlijk de bedoeling.
Voorzichtig stapt hij naar voren. Hij strekt zijn nek en kijkt door het gat. Het is te donker, hij ziet niets.
'Hallo?'
Hij hoort enkel de echo van zijn stem in de lege gang. Joon kijkt om zich heen. Wat moet hij doen? Misschien is dit een nooduitgang en geraakt hij zo naar buiten. Maar wie verstopt er nu een nooduitgang achter boekenrekken?
Hij twijfelt. De gang in stappen of niet?
Reactie plaatsen
Reacties