Joons handen vliegen over het toetsenbord, zijn ogen zijn gefixeerd op het scherm. De dolfijn vertraagt. Eindelijk.
Langzaam leidt hij de dolfijn naar het strand. Hij trekt Tallel met zich mee en zet haar veilig af. Oef.
'En nu?'
'Laat de dolfijn terug de zee in zwemmen', zegt Wally. 'Er ligt een bootje klaar.'
Joon stelt geen vragen. Nog niet. Hoezo, er ligt een bootje klaar? Heel deze wedstrijd is dus met voorbedachte rade vervalst? Hij zorgt ervoor dat de dolfijn tot bij het bootje geraakt. Daarin zit een gespierde man met ongeveer hetzelfde kostuum als Slungel. Met een hand grijpt hij de dolfijn en legt hem in zijn boot.
'Patser, neem die flipper maar mee', gebiedt Wally door een microfoon. 'We gaan hem niet meer gebruiken.'
'En Floris dan?' vraagt Patser.
'Ik denk dat die beter niet meer surft. Tallel heeft al laten zien dat ze kan surfen.'
'Of toch ongeveer.'
Wally grinnikt.
'Inderdaad. Maar hun leugen is min of meer gecoverd. We kunnen ons dus terugtrekken.'
Joon volgt de conversatie met opgetrokken wenbrauwen. Waar hebben ze het over? Wally sluit het gesprek met Patser af en draait zich naar Joon.
'Ik denk dat ik wel een en ander uit te leggen heb.'
Reactie plaatsen
Reacties