De weg naar de club - IDES EN ALICE
1
Ides kijkt naar de lege plaats naast zich in de klas. Aster is wéér afwezig, voor de zoveelste keer deze maand. Echt normaal kan je dat niet meer noemen. En de excuses die hij telkens gebruikt zijn ook te gek voor woorden. De ene keer had hij een trouwfeest op een dinsdagvoormiddag, dan bleven er plots leden van een internationale dansgroep bij hem thuis logeren, en nog een andere keer kon hij niet naar school komen omdat de maan op exact honderdduizend kilometer van de aarde stond.
Aster is zijn beste vriend, maar hij heeft het gevoel dat hij iets verzwijgt. Beste vrienden vertellen elkaar toch alles? Zoals toen Ides verliefd was op Emily van zijn klas. Aster was de enige die ervan wist, en hij zweeg erover. Zo hoort het.
Ides schuift een beetje naar opzij en voelt in de bank van Aster. Er zit een polsbandje in. Ides kijkt even naar voren of zijn leerkracht op hem let. Die is druk bezig met uit te leggen waarom 'liegen' en 'liggen' in het Engels met hetzelfde woord worden aangeduid. Ides neemt het polsbandje uit de bank. Het is groen en van rubber en er staan drie letters op: LLC.
Wat heeft dat te betekenen?
2
'LLC? Geen idee', zegt Alice, wanneer Ides haar het bandje toont. 'Hé, dat rijmt.'
'Je bent een echte poëet', gromt Ides naar zijn zus.
Hij heeft die middag nog naar Aster gebeld om te vragen waarom hij niet op school was. Maar er kwamen weer alleen maar uitvluchten uit. Dat er een hele mooie tentoonstelling was van lieveheersbeestjes - met allerlei kleuren en heel veel stipjes - en zijn ouders er absoluut met hem naartoe wilden. Ides gelooft er geen snars van.
'Ik wil weten wat Aster echt doet als hij niet op school is', zegt Ides. 'Maar hij wil het niet vertellen.'
Alice haalt haar schouders op.
'Dan zit er maar één ding op', zegt ze. 'We moeten hem achtervolgen.'
'Achtervolgen? Jij hebt te veel films gezien.'
'Kan zijn, maar veel keuze heb je niet. Wat zegt Aster als je vraagt waar hij is geweest?'
'Dat hij zich niet goed voelt en misschien wel de ziekte van de Braziliaanse King Kong heeft.'
Alice fronst haar wenkbrauwen.
'De Braziliaanse King Kong?'
Ides zucht diep. Alice heeft gelijk, Aster speelt met zijn voeten.
'We doen het.'
3
Ides en Alice turen over de speelplaats. Geen Aster te bespeuren.
'Hij is er weer niet', zegt Ides
'Dan weten we wat ons te doen staat', glimlacht Alice.
Ze neemt haar fiets en zet zich recht op de trappers. Ides ziet hoe ze geniet van de spanning. Zelf kijkt hij angstig om zich heen. Hebben de leerkrachten hen al gezien? Wat zullen ze zelf zeggen als ze niet op school aanwezig zijn?
'Zullen we op tijd terug zijn?' vraagt hij, wanneer hij zijn zus heeft ingehaald.
'Geen idee', zegt Alice. 'Dat zal van Aster afhangen.'
'Weet je hoe dat heet?' vraagt Ides ongerust. 'Spijbelen!'
'Ik noem het gewoon te laat komen.'
Wanneer ze de straat van Aster in rijden, vertragen ze. Alice gaat achter een geparkeerde auto staan en zet haar fiets opzij. Ides volgt haar voorbeeld met tegenzin.
'We hebben nog vijf minuten', zegt hij.
'Tijd zat. Kijk, de deur gaat al open. Bukken!'
Ides duikt achter de auto. Door het raam kunnen ze het huis van Aster zien. Zijn papa komt naar buiten met een fiets in de hand. Hij zet zijn helm op en vertrekt.
'Vals alarm', zegt Alice.
De tijd tikt weg, Ides kijkt voortdurend naar de klok op zijn telefoon. Het is hopeloos.
'Op dit moment gaat de bel', mompelt hij. 'We kunnen net zo goed meteen onze straf gaan halen.'
Alice kijkt Ides aan en denkt na.
'Oké, wacht hier.'
Ze steekt de straat over en drukt haar gezicht tegen het raam van Asters huis. Wat doet ze nu? Ides wil roepen, maar beseft dat dat te veel zal opvallen. Hij richt zich op en wil ook de straat oversteken. Maar hij houdt zich in.
De deur gaat opnieuw open.
4
Aster komt naar buiten. Alice staat stokstijf tegen de voorgevel. Aster mag zich niet omdraaien, want dan ziet hij haar meteen. Aster prult aan zijn step, die niet uitgevouwd geraakt. Alice zet een stap naar achteren, verbergt zich een beetje achter de bloembak van de buren. De step van Aster staat nu klaar en Aster springt erop. Ides bukt zich extra hard achter de auto. Wat moet hij zeggen als zijn vriend hem ziet zitten? Dat hij de auto aan het bestuderen was? Ides kent evenveel van auto's als van boomkevers.
Aster raast er zonder opkijken vandoor. Ides haalt opgelucht adem. Maar veel tijd om na te denken krijgt hij niet. Alice staat al naast hem.
'Kom, we gaan.'
'Als we ons haasten, zijn we misschien niet zoveel te laat', zegt Ides.
Alice kijkt hem vreemd aan.
'Wij gaan niet naar school.'
Ides schrikt.
'Waarheen dan wel?'
'Aster is de andere richting uit gegaan', zegt ze. 'We moeten hem volgen.'
Ze springt op haar fiets.
'Snel, voor we hem helemaal kwijt zijn.'
Ides knijpt even zijn ogen dicht. Beter goed te laat dan een beetje te laat, zeker?
5
Ze hebben Aster gauw bijgehaald. Met zijn step kan hij niet zo snel gaan als Ides en Alice op de fiets. Erg lang duurt de tocht niet. Aster stopt aan de bibliotheek.
'Ik wist niet dat Aster zo'n lezer was', mompelt Ides.
'Wie spijbelt er nu op school om dan naar de bibliotheek te gaan?' vraagt Alice zich af.
Alice vindt lezen niet altijd leuk. Ze houdt meer van strips, maar hun papa heeft liever dat ze 'echte' boeken leest. Dan zegt ze altijd dat ze het juiste boek nog niet is tegengekomen.
Ze staren naar de deur van de bibliotheek. Die blijft gesloten.
'Hoe lang kan het duren om een boek te kiezen?' zegt Alice ongeduldig. 'Laten we eens gaan kijken.'
Ides houdt haar tegen.
'Zouden we dat wel doen?'
'Het is een bibliotheek, niet het huis van Frankenstein.'
Ides zucht voor de zoveelste keer. Waarom is zijn zus zoveel dapperder dan hij. Ze is twee jaar jonger!
De schuifdeuren piepen een beetje als ze binnengaan. Ongemerkt de bibliotheek betreden lukt alvast ook niet meer. Ze kijken in het rond. Het is geen grote bibliotheek en ze zien meteen dat er niemand aanwezig is. Alleen vooraan zit een grote oude man aan een bureau. 'Wally' staat er op zijn naamkaartje. Is dat een echte naam? Hij kijkt hen nors aan.
'Kan ik jullie helpen?'
Ides wil zeggen dat hij zich niets van hen hoeft aan te trekken. Hoe minder mensen met hen bezig zijn, hoe beter. Maar Alice is hem voor.
'We kijken gewoon wat rond. Heeft u toevallig een jongen zien binnenkomen?'
Wally kijkt hen onderzoekend aan en richt zich dan weer op het boek dat voor hem ligt.
'Ik heb niemand gezien.'
6
'Hij liegt!' zegt Alice als ze weer buiten staan. 'Hij moet Aster hebben gezien!'
'Waarom zou hij liegen?' vraagt Ides. 'Hij gaat Aster toch niet verbergen?'
Hij staart naar de bibliotheek. Er is maar één ingang, dus Aster moet daar nog ergens binnen zijn.
Wanneer Ides naar boven kijkt, ziet hij een camera hangen. Die filmt de deur en de straat.
'We worden in het oog gehouden', zegt hij zacht en hij knikt naar de deur. 'Laten we ergens anders gaan staan.'
Ze verplaatsen zich naar een bank verderop in de straat, uit het zicht van de camera. Ides wil terug naar school. Misschien kunnen ze nu nog zeggen dat ze een lekke band hadden. Maar Alice wil van geen wijken weten.
'We wachten.'
Een uur later is Ides aan het berekenen hoeveel uren strafstudie hij precies zal krijgen. En hoe boos zijn ouders zullen zijn als ze te weten komen dat ze niet op school waren. Zijn gedachten worden verstoord als Alice in zijn zij port met haar elleboog.
'Daar is hij!'
Wally komt door de schuifdeuren naar buiten, kijkt even om zich heen en wandelt dan de andere kant uit. Ides is ook wel opgelucht. Dit is het einde van hun zoektocht, nu moeten ze wel terug naar school. Maar Alice denkt er anders over.
'Kom mee, hij heeft de deur laten openstaan.'
'Maar we mogen toch niet zomaar naar binnen?'
'Klopt!' zegt Alice en wandelt naar de bibliotheek.
'Dus?'
'Dus moeten we ons haasten!'
7
De bibliotheek is nog even leeg als daarnet. Waar kan Aster toch zijn? Ides zet zich op zijn knieën en kijkt onder de rekken, ook al weet hij dat het zinloos is. Waarom doen ze nog moeite? Hij kijkt in de toiletten en trekt aan elke deur die hij ziet. Tevergeefs.
'Hij is er niet, Alice.'
Zijn zus antwoordt niet. Waar zit ze eigenlijk?
Ides kijkt naar het bureau van Wally. Wat een rare man was dat. Hij zit met zijn gezicht naar de schuifdeuren, dus om Aster niet op te merken moet hij al bijna blind zijn. Tussen de stapels boeken op het bureau ziet Ides een draad verdwijnen. Hebben de boeken een stekker?
Voorzichtig duwt hij een stapel opzij. Een klein scherm komt tevoorschijn. Zit de bibliothecaris televisie te kijken? Heeft hij daarom Aster niet gezien?
Ides springt op het bureau. Zijn hart bonst. Hij komt nu echt op het terrein van Wally. Op het scherm zijn enkel de beelden van een straat te zien. Wat een saaie film. Echt iets voor een saaie bibliothecaris.
Wacht eens.
Dat is de straat van de bibliotheek. Het scherm is verbonden met de camera buiten.
En in de straat loopt iemand.
Wally.
'Alice!'
8
'Wegwezen, nu!'
Hij heeft al drie keer geroepen, waarom antwoordt ze nu niet?
'Alice!'
Hij kijkt op het scherm. Wally staat even stil om in zijn zakken te tasten. Is hij zijn sleutel vergeten? Ides wacht er niet op en loopt door de bibliotheek.
'Alice, we moeten gaan', sist hij.
'Wacht nog even.'
Alice staat bij het rek van de informatieve boeken. Ze rukt aan de kaften.
'Wat ben je aan het doen?' vraagt Ides.
Hij houdt één oog op de deur. Wally is er nog niet.
'De boeken zijn allemaal vastgelijmd in dit rek', antwoordt Alice. 'Megaraar.'
Ides haalt zijn schouders op.
'Het zijn de informatieve boeken, misschien vindt niemand die leuk.'
'Help eens.'
'We hebben geen...'
Ides geeft het op en begint mee aan de boeken te trekken. Zijn zus komt toch niet mee voor ze heeft gevonden wat ze zocht. Wat dat ook is. Hij leest de titels op de kaften.
'Wat is dat voor een boek?'
Hij legt zijn hand op een boek van een schrijver met de naam Lance Leon Cantell.
'Hoe herken ik een leugenaar', leest hij voor. 'Dat zou ik wel eens willen weten. Aster...'
Hij zwijgt wanneer hij de schuifdeuren hoort piepen. Wally komt de bibliotheek binnen. Ze zitten gevangen. Hij had zijn zus moeten meesleuren naar buiten. Nu zorgt ze ervoor dat ze met twee betrapt zullen worden. Zijn hand trekt samen en hij rukt aan het boek.
En hij vliegt achteruit.
Het rek waar ze voor staan schuift opzij en een gang wordt zichtbaar. De monden van Ides en Alice vallen op exact hetzelfde moment open.
9
'Erdoor, nu!'
Alice grijpt Ides beet.
'Ben je gek?'
Achter zich hoort hij hoe Wally de bibliotheek is binnengekomen en zich installeert aan zijn bureau. Het is een kwestie van tijd voor hij de bibliotheek rondkijkt. En hen ontdekt.
'Ja, kom.'
Alice trekt aan de arm van Ides en ze rollen de donkere gang in, net voor het rek weer dicht gaat. Even blijft het stil.
'En nu?'
Aan de zijkanten branden zachte paarse lichten. Ze helpen Ides en Alice om te wennen aan het duister. De lichten leiden naar een deur aan het einde van de gang.
'Eens kijken wat er achter die deur zit', zegt Alice.
Met hun handen tegen de muur schuifelen ze verder.
'Misschien is het een kerker', jammert Ides. 'Misschien kunnen we er nooit meer uit.'
'Hang niet de angsthaas uit', zegt Alice. 'Kerkers hebben geen gezellige paarse lichten.'
'Moderne kerkers misschien wel', bromt Ides.
Door zijn hoofd schieten allerlei beelden. Van monsters tot wilde dieren, van geraamtes tot vleesetende planten. In geen enkel scenario zitten er elfjes of een schattige puppy achter de deur.
Aan de deur blijven ze staan. Alice legt haar hand op de klink.
'Klaar?'
'Nee.'
'Oké, daar gaan we.'
10
Het zijn geen vleesetende planten. En ook geen puppy's. Wel een enorme kamer , met langs weerskanten torenhoge boekenkasten. Van boven tot onder is elke plek aan de wand gevuld met een boek.
In het midden staan gemakkelijke zetels en kleine tafels. Daarrond ziet Ides ook een pooltafel en een kickertafel. Tegen een boekenkast hangt een dartsbord, tegen een andere een groot scherm. Is dat een spelconsole onder dat scherm? Ides voelt zich plots wat meer op zijn gemak.
Aan het plafond hangen grote banners met telkens een andere figuur. Ides herkent Pinokkio, maar ook een Amerikaanse president. Welke is dat ook alweer?
'Ides, kijk.'
Alice wijst naar een van de wanden waar een toog is gebouwd. Achter de toog hangen planken met glazen, maar ook een scherm.
'Ik kan wel iets drinken', zegt Ides. 'Wat denk je van een chocomelk?'
'Nee, dat bedoel ik niet', zegt Alice. 'Daarboven.'
Ides ziet waar ze naar wijst. Boven de toog hangen drie grote lichtgevende letters.
LLC
LLC. Net zoals op het bandje van Aster. Wat is dit allemaal?
En dan valt zijn oog op een zeteltje naast de toog. Het staat met de rug naar hen toe, maar net erboven steekt een blonde haardos uit. Ides herkent hem meteen.
Aster.
11
Ides spurt naar de zetel en springt op de leuning. Aster zit doodgemoedereerd een boek te lezen, met naast zich op de tafel een koude chocomelk.
'Aster!'
Zijn vriend kijkt niet op van zijn boek, alsof hij Ides niet hoort. Hebben ze iets met hem gedaan? Misschien is hij verdoofd.
'Aster, ik ben het. Ides!'
Hij roept alsof hij tegen een oude opa bezig is. Natuurlijk is hij Ides, dat weet Aster toch ook wel? Aster knikt bijna onmerkbaar, maar houdt zijn ogen op zijn boek gericht. Ides begint aan zijn arm te trekken.
'We komen je bevrijden.'
Nu reageert Aster toch.
'Bevrijden?'
'Uit die gevangenis, hier. Die Wally heeft jou ontvoerd, maar wij hebben de geheime doorgang gevonden en nu komen we je hier weghalen.'
Ides praat zo snel dat hij de helft van zijn woorden inslikt. Het levert weinig op. Aster steekt zijn hand op en wuift hem weg. Ides kijkt ernstig naar Alice.
'Stockholm.'
'Wat?'
'Het Stockholmsyndroom', legt Ides uit. 'Daarbij gaat iemand die ontvoerd is zich hechten aan zijn ontvoerder. Aster durft geen afscheid te nemen van die Wally.'
'Ben je zeker?' vraagt Alice.
Ides knikt en begint weer aan de arm van Aster te sleuren. Die is verrast en valt uit de zetel.
'Het is goed!' zucht Aster. 'Ik kom mee.'
Hij gaat weer in de zetel zitten.
'Maar mag ik eerst mijn hoofdstuk uitlezen?'
12
Ides loopt heen en weer door de zaal. Hij wil hier zo snel mogelijk weg, maar Aster lijkt zich op geen enkel moment te haasten. Hoe lang kan zo'n hoofdstuk duren?
Ides leunt tegen een kleine deur die tussen twee boekenkasten in zit. Hij kijkt hoe Alice de ballen uit het poolspel haalt en haar keu begint te krijten.
'Alice!'
Zijn zus haalt haar schouders op.
'Nu we hier toch zijn, kunnen we ons net zo goed amuseren?'
Ides wil antwoorden, maar merkt dan dat hij begint om te vallen. De deur gaat zachtjes open en hij glijdt onderuit.
'Hahaha, dat vind ik nu grappig!'
Ides krabbelt overeind en ziet een kleine vrouw naast een tafel staan. Daarop staat een ingewikkelde machine, is dat een leugendetector? De vrouw draait er met een schroevendraaier enkele vijzen uit.
'Doet me denken aan die mop van Jantje op het toilet. Ken je die?'
Ides kijkt om zich heen. Heeft ze het tegen hem? Er is niemand anders in de kamer.
'Eh, nee.'
De vrouw begint te lachen.
'Ik ook niet. De deur was op slot!'
Ides perst een flauwe glimlach om zijn lippen. Wat heeft dit te betekenen? Hij krijgt stilaan het gevoel dat hij aan het dromen is. De vrouw stapt naar hem toe en steekt haar hand uit.
'Ik ben liegleraar Moppie, aangenaam. Nieuw bij de club?'
Ides schudt aarzelend haar hand.
'De club?'
Hij draait zich om en loopt weg. Dit wordt echt te vreemd, ze moeten een uitweg zoeken.
'Alice, Aster. We gaan!'
Hij neemt hun handen vast en duldt deze keer geen tegenkanting. Alice verlaat met tegenzin de pooltafel en Aster laat zijn boek vallen. Ze hebben geen tijd meer te verliezen. Maar voor Ides de deur naar de gang kan openen, gaat die vanzelf open.
Wally komt naar binnen.
13
Alles is verloren. De norse bibliothecaris voor hen, de gekke vrouw achter hen, ze kunnen geen kant uit. Ides knijpt even zijn ogen dicht. Ze zijn verdoemd om net zoals Aster voor eeuwig hier te blijven, als gevangenen van een vreemde sekte.
'Dit zijn Ides en Alice', zegt Aster tegen Wally. 'Ides is mijn beste vriend.'
Wat doet Aster nu? Waarom verklapt hij hun namen? Ides was van plan om nog een beetje te liegen.
'Welkom', zegt Wally.
Zijn blik oogt wat vriendelijker. Of is dat maar schijn?
'Welkom bij de Little Liars Club.'
'Bij de wat?' vaagt Alice.
Wally wijst naar de grote letters boven de toog.
'LLC. De Little Liars Club. Een club die kleine leugenaars helpt bij hun leugens.'
Ides zet een stap naar voren, dapperder dan hij zich voelt.
'Bij jullie eigen leugens, zeker? Waarom hebben jullie Aster ontvoerd?'
Wally moet luid lachen.
'Aster is hier zelf binnengestapt. Dat hebben jullie toch gezien? Jullie hebben hem zelf gevolgd.'
Ides kijkt betrapt naar Alice. Hoe weet die Wally dat? Plots vermoedt Ides dat heel deze ochtend geen toeval was. Wally die zomaar de deur openliet en hen de bibliotheek liet doorzoeken... Hij deed dat met opzet. Maar waarom?
'Waarom heb je ons hier binnengelaten?'
'Omdat jullie de hulp van de club kunnen gebruiken', zegt Wally.
Ides schudt zijn hoofd.
'Dat is heel vriendelijk, maar wij liegen nooit.'
Hij begint weer aan Alice en Aster te trekken. Het is het moment om weg te gaan. Wally lijkt hem niet veel in de weg te leggen. Hoe sneller ze uit die rare club zijn, hoe beter.
'O nee?' vraagt Wally. 'En hoe gaan jullie dan uitleggen dat jullie al een hele dag niet op school zijn?'
14
Ides wordt rood. Heel even was hij hun spijbelactie vergeten. Maar Wally heeft gelijk, ze zijn niet op school en ze hebben geen briefje. Ze zitten in de problemen. Hun ouders gaan boos zijn.
Alice wijst naar Wally.
'En jij zou ons daarbij kunnen helpen?'
Ides kijkt haar boos aan. Ze moet hem niet nog meer opstoken. Ze moeten hier vooral weg.
'Eens kijken', zegt Wally.
Hij gaat achter de toog staan en zet het scherm aan. Op een toetsenbord op de toog tikt hij hun namen in. Hij wijst naar een telefoonnummer.
'Is dat jullie telefoonnummer?'
'Dat van papa', knikt Alice.
Wally tokkelt nog wat op het toetsenbord. Ze horen plots een bieptoon.
'Hebbes: jullie school gaat hem net bellen. Waarschijnlijk om te vragen waarom jullie afwezig zijn.'
Ides wordt zenuwachtig. Het is zover. Ze staan op het punt om betrapt te worden. Papa zal razend zijn. Hoe gaan ze dat ooit uitleggen?
'Maar ik kan het telefoontje onderscheppen.'
Wally draait zich naar Ides en steekt zijn vinger uit.
'Alleen als jullie dat willen.'
Ides kijkt naar Alice. Is hij te vertrouwen? Waarom zou hij hen helpen, hij heeft er niets bij te winnen? Op dat moment horen ze de stem van papa: 'Hallo?' Wally heeft niet gelogen.
'Doe maar', zegt Alice snel.
Wally drukt op een knop en de verbinding wordt verbroken. Ze horen papa nog enkele keren hallo zeggen en dan zet hij zijn telefoon uit. Niet veel later gaat de bieptoon opnieuw. Wally kijkt weer vragend naar Ides en Alice.
'Help ons', zegt Alice.
15
Deze keer wacht Wally niet tot papa opneemt. Hij onderschept het telefoontje.
'Met de papa van Ides en Alice.'
Ides rolt met zijn ogen. Wie neemt er nu zo de telefoon op? Maar de directeur aan de andere kant van de lijn trekt het zich niet aan.
'Meneer Duden hier, de schooldirecteur van Ides en Alice.Klopt het dat zij niet op school zijn vandaag?'
Ides had nog stiekem gehoopt dat niemand hun afwezigheid zou opmerken. Verkeerd gedacht.
'Dat is juist', zegt Wally. 'Het spijt me dat ik jullie nog niet heb gebeld. We moesten nog uitzoeken wat er precies aan de hand was.'
'Ai', reageert de directeur. 'Toch niets ernstigs?'
Wally kan een glimlach niet onderdrukken. Ides ziet dat hij hiervan geniet.
'Nee, hoor. Gewoon de ziekte van de Braziliaanse King Kong.'
Het wordt even stil aan de andere kant van de lijn.
'Natuurlijk. De Braziliaanse wat?'
'De Braziliaanse King Kong. Dat is een klein wormpje dat vaak in papaya's zit. Kruipt zo onder je huid en je krijgt er allemaal blauwe bultjes van.'
'Blauwe bultjes?'
'Over een paar dagen zijn die wel weg. Dan kunnen ze weer naar school.'
Terwijl Wally praat neemt hij zijn pen. Hij kribbelt allerlei dingen in een haast onleesbaar handschrift op een doktersbriefje. Hij scheurt er een af en geeft het aan Alice. Daarna doet hij hetzelfde voor Ides. Die is verbaasd dat Wally dat allemaal zomaar durft.
'Blij dat te horen', zegt de directeur. 'U weet dat ze een briefje nodig hebben?'
'Daar zorg ik voor', zegt Wally en hij knipoogt naar Ides. 'U eet zelf toch ook geen papaya?'
'Soms', zegt de directeur aarzelend.
'Dan zou ik maar opletten. Al veel kippenvel gehad vandaag?'
'Eh.'
'Voor u het weet zijn dat blauwe bultjes. Maar ik zal u niet langer storen', zegt Wally. 'Bedankt voor het bellen en tot een volgende keer!'
Hij zet de microfoon uit en lacht naar Ides en Alice.
'Welkom bij de club. Ik heb jullie ineens enkele dagen voorgeschreven. Dan kunnen jullie morgen nog eens terugkomen.'